Topman Gerrit Zalm van ABN Amro vindt dat hijzelf als oud-minister de politieke commotie rond de omstreden salarisverhoging voor de top van de bank had moeten zien aankomen.
“Als iemand heeft gefaald, dan is het Gerrit Zalm”, zegt hij in een woensdag gepubliceerd gesprek met Het Financieele Dagblad (FD).
ABN Amro kreeg veel kritiek op het besluit om het bestuur in 2014 een loonsverhoging van 100.000 euro te geven. Ook intern werd kritiek geuit op de verhoging, die overigens niet gold voor topman Gerrit Zalm.
Afkeuring vanuit politiek
Vanuit de politiek werd ook met afkeuring gereageerd op de loonsverhoging bij de genationaliseerde bank. Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën stelde daarop een besluit over de geplande verkoop van ABN Amro uit. Eind maart zag de ABN-top alsnog af van de salarisstijging.
De bestuursleden vinden dat de beloning desondanks terecht was toegekend. Ze zeiden daarover: ‘De toekenning van de toeslag is gebaseerd op democratisch tot stand gekomen wetgeving, voldoet aan letter en geest van de wet, is vastgelegd in een aandeelhoudersbesluit, is in overeenstemming met de minister van Financiën en is gemeld aan de Tweede Kamer.’
Commissaris opgestapt
Hoewel de beloningen van bestuurders een zaak zijn van de raad van commissarissen, vindt Zalm dat hijzelf een stokje had kunnen steken voor de salarisverhoging, die de wettelijke verlaging van het bonusplafond moest compenseren. "De commissarissen sluiten hun oren en ogen niet voor de wensen van het bestuur", zei hij.
Verantwoordelijk commissaris Peter Wakkie stapte op naar aanleiding van de ophef die ontstond rond de inmiddels teruggedraaide loonstijging. Zelf heeft Zalm niet overwogen weg te gaan. "Zowel naar mijn oordeel, als van de minister was dat niet in het belang van ABN Amro", aldus de topman.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl